(non) adversarial living companions onderzoekt wat het betekent om samen te leven met algoritmische systemen - niet alleen via schermen, prompts en digitale interfaces, maar als fysiek belichaamde, afgestemde aanwezigheden die verweven zijn met ons dagelijks leven.
AI inbouwen in alledaagse voorwerpen
Naarmate generatieve AI vorm en levendigheid begint te krijgen, hoe zullen onze relaties met de algoritmische wereld dan verschuiven van typische, gemedieerde interacties naar iets meer geleefd, belichaamd en wederzijds – waardoor de grenzen tussen gereedschap en metgezel, object en subject, of tegenstander en bondgenoot vervagen?
Het werk speculeert op een nabije toekomst waarin de fysieke verschijningsvorm van AI niet de conventionele technoutopische typologieën volgt – zoals humanoïde robots of gestroomlijnde apparaten – maar in plaats daarvan ontstaat via bekende, over het hoofd geziene vormen, zoals een stoel.
De .iO-stoel is uitgerust met een raster van druksensoren in de zitting en kan analyseren hoe iemand zit – misschien leunt hij of zij achterover, verschuift hij of zij of zit hij of zij op de rand – fysieke signalen die vaak onderliggende emotionele toestanden onthullen. Deze gegevens worden geïnterpreteerd door een groot taalmodel in de stoel en genereren een korte dialoog met de gebruiker, die in realtime wordt afgedrukt op een bonnenprinter. Het resultaat is een speelse, affectieve interactie waarbij de stoel actief reageert op de aanwezigheid en emotie van de zitte
Bezoekers worden uitgenodigd om plaats te nemen in de stoel, die gebruikmaakt van druksensoren in de zitting om te detecteren hoe ze zitten. Deze gegevens worden verwerkt door een taalmodel dat een dialoog genereert, die in realtime wordt afgedrukt op een bonnenprinter. Zo ontstaat een speelse interactie, gebaseerd op hoe de stoel hun aanwezigheid 'leest'.