Leaving a Trace onderstuent ontwerpers die meer dan alleen menselijke perspectieven in hun ontwerpkeuzes willen betrekken. Door schetsen te gebruiken om omgevingsobservatie te bevorderen, in combinatie met bewust data verzamelen, worden de eerste stappen richting ecologisch denken gezet.
Achtergrond
Steeds vaker wordt van ontwerpers verwacht dat zij zichzelf en hun werk kunnen positioneren in relatie tot het ecosysteem. Een van de eerste stappen die zij kunnen zetten, is het betrekken van de perspectieven van andere levensvormen in hun ontwerpbeslissingen. De uitdaging ligt in het zichtbaar maken van het belang van deze niet-menselijke perspectieven voor de ontwerper. Leaving a Trace biedt ontwerpers tools en methoden die hen helpen om de relevantie van en de verbinding met de vaak over het hoofd geziene perspectieven van andere levensvormen te begrijpen.
Proces
Om dit te bereiken, is er een open-source sensorkit ontwikkeld, samen met een methode in drie fasen. Het begint met een eenvoudige tool dat de meeste ontwerpers al bezitten: een schetsboek en wat pennen. Eerst schetst de ontwerper zijn omgeving, waarbij zichtbaar wordt wat wel of niet is opgemerkt. Door hun artistieke keuzes te analyseren, worden de schetsen een middel om te ontleden welke elementen aandacht kregen en welke elementen (of perspectieven) zijn uitgesloten. Hoewel we veel kunnen waarnemen met ons eigen lichaam, kunnen andere soorten beïnvloed worden door omstandigheden die wij niet betrouwbaar kunnen voelen. In de tweede fase wordt de sensorkit geïntroduceerd, waarmee ecologische data verzameld kan worden. Dit geeft de ontwerper inzicht in welke factoren belangrijk zijn voor andere levensvormen. Tot slot reflecteert de ontwerper op wat er is opgemerkt tijdens het schetsen, en stelt zich voor wat een niet-menselijk perspectief op dezelfde omgeving zou kunnen onthullen. Nadat de sensorkit is verzameld, worden de data, schetsen, foto's en het onderzoek samengevoegd tot een collage, die inzichten en resterende vragen onthult.
Implicaties
Deze methode helpt bij het opbouwen van een relationeel en ecologisch begrip van een omgeving, waarbij de nadruk verschuift van de ontwerper als middelpunt naar diens relatie met het ecosysteem. Het ontwikkeld ecologisch denken door de gebruiker aan te moedigen om het veld in te gaan (biodiscovery), observatievaardigheden te trainen (biocuriosity) en een beter begrip te krijgen wat relevant is voor andere soorten (bioliteracy). Door zowel de relatie met het ecosysteem te versterken als er meer over te leren, kan de ontwerper beter bepalen hoe meerdere perspectieven van andere soorten geintegreerd kan worden in het ontwerpproces. Hoewel leren ontwerpen met het ecosysteem in gedachte een levenslange reis is, helpt het ook om na te denken over wat haalbaar is. Het is belangrijk dat de ontwerper overweegt hoe ver zijn of haar invloed reikt, en daarbij het handelingsvermogen van niet-menselijke wezens erkent. In essentie heroverweegt dit project de menselijke impact niet als een inherent negatieve consequentie van ontwerpen, maar als iets dat bewust vormgegeven kan worden.