Voor de masterproef werden twee interactieve objecten ontworpen, geĂŻnspireerd door een Spaans-Belgische achtergrond. Ze verbinden families via aanraking, geluid en rituelen, laten subtiele boodschappen voelen en combineren tradities, herinneringen en nostalgie.
HET INTIEME GEBAAR
Dit object is een kleine, verzwaarde vaas die in twee posities kan staan: open of gesloten. Open biedt het een veilige plek voor dierbare voorwerpen zoals juweeltjes of erfstukken; gesloten verbergt het zijn inhoud en symboliseert bescherming en persoonlijke ruimte. Het wordt geactiveerd door optillen of zacht aanraken. Door de combinatie van brons en Spaanse klei (barro) ontstaat fysieke warmte en gewicht, uitnodigend tot zorgzaam gebruik. Brons reageert op aanraking: het oxideert, leeft mee met de gebruiker en laat sporen van interactie achter. De vormgeving verwijst subtiel naar Hasseltse en Spaanse keramiek, wat culturele herkenbaarheid oproept. Bij activatie geeft het object een zachte bonk, een subtiele boodschap: “Ik denk aan je.” De tactiele feedback werkt via een eenvoudig mechanisme met een verschuivend intern gewicht. Complexe technologie is bewust vermeden om de emotionele betekenis van het gebaar centraal te stellen.
DE GEDEELDE HERINNERING
Het tweede object is een grote schaal, ontworpen voor gezamenlijke interactie. Centraal op tafel of in de leefruimte biedt het een plek waar familieleden herinneringen kunnen verzamelen en koesteren, zoals foto’s, handgeschreven briefjes of kleine voorwerpen met emotionele waarde. De vormgeving verwijst subtiel naar gebruiksobjecten zoals paellapannen en castagnetten, wat culturele herkenbaarheid oproept.
De schaal is vervaardigd uit massief eikenhout, symbool voor Belgisch vakmanschap en duurzaamheid, gecombineerd met een kunststof element dat verwijst naar speelse Spaanse objecten zoals plastic castagnetten. Bij aanraking activeert een mechanisme een karakteristiek klakkend geluid, dat doet denken aan castagnetten en associaties oproept met dans, samenzijn en ritme, met de boodschap: “Kijk, ik ben er.”